Allerlei volk, taal en natie, ja ook op de kinderclub. Kinderen van allerlei culturen, met allerlei achtergronden: Moslim, Hindoestaans, Afrikaans, Messiaans, het welvaartschristendom. Het komt allemaal bij elkaar op de kinderclub. Voor de kinderen geen enkel probleem om daar met verschillende culturen bij elkaar te zitten. Ze luisteren aandachtig naar alles wat hen verteld wordt. De vraag kwam naar ons toe of wij rekening hielden met al de verschillende culturen. Ja, in praktische zin wel. Dan denk ik alleen al aan de etenswaren die op de tafel komen te staan bij de maaltijd. En het is zeker ook een uitdaging om op een goede manier om te gaan met al deze culturen en achtergronden. Het is belangrijk dat wij ons steeds weer verdiepen in de verschillende achtergronden, zodat we de kinderen begrijpen als ze met bepaalde vragen komen. Een moslimkind stelde bv eens de vraag: “Kan Jezus dat dan wel?” Het is belangrijk om dan te weten wie Jezus voor hen is. Jezus is volgens moslims niet meer dan een bijzondere profeet. Dat Jezus van God kwam en onze zonden droeg is volgens moslims echt niet mogelijk en ook niet nodig.
De Bijbel vertelt echter dat Jezus van de hemel kwam om onze zonde te dragen aan het kruis. Hij kwam om het weer goed te maken tussen ons en God. Dat kon Hij, omdat Hij niet alleen mens was, maar ook God. Wie op Hem vertrouwt, zal God niet veroordelen, maar eeuwig leven geven. (Joh.3) Dit mogen wij doorgeven aan de kinderen.
Het is daarom belangrijk bij de Bijbelvertellingen om te weten hoe de kinderen denken, om zo begrippen uit te kunnen leggen. Het is een uitdaging, ja, maar toch ook niet, want niet onze eigen cultuur moet centraal staan, maar Gods Woord mag en moet centraal staan. En steeds als de Bijbel open mag gaan, steeds als de kinderclub gehouden wordt, mogen de grote werken van God verteld worden aan alle culturen die er aanwezig zijn. Wat uiteindelijk zal mogen uitlopen op wat staat geschreven in openbaringen 7:9: ’Na dezen zag ik, en zie, een grote schare, die niemand tellen kon, uit alle natie en geslachten en volken en talen, staande voor den troon en voor het Lam.’
Mensen/kinderen uit alle volken zullen daar staan en God de eer toebrengen. Laten we bidden dat het kinderwerk hieraan mag bijdragen. Steeds weer nieuwe kinderen (en ouders) uit verschillende culturen mogen het evangelie horen.
Hartelijke groet,
Wilma